1. Geloof:
Het eerste deugd dat we verkennen is geloof. Geloof is het vertrouwen in God en het aannemen van de waarheden die Hij heeft geopenbaard. Het helpt ons om onze relatie met God te verdiepen en ons leven te baseren op Zijn liefdevolle plan voor ons (CKK 1814).
2. Hoop:
Hoop is de deugd die ons in staat stelt om te vertrouwen op Gods beloften en om het eeuwige leven na te streven. Het geeft ons moed en doorzettingsvermogen, zelfs in moeilijke tijden, omdat we weten dat God altijd bij ons is en ons leidt naar het uiteindelijke geluk (CKK 1817).
3. Liefde:
Liefde, ook wel bekend als naastenliefde of caritas, is de kern van het christelijk leven. Het is de deugd die ons aanspoort om God boven alles lief te hebben en onze naasten lief te hebben als onszelf. Liefde leidt tot medeleven, vergeving en dienstbaarheid aan anderen, waardoor we een betere wereld kunnen creëren (CKK 1822).
4. Wijsheid:
Wijsheid is de deugd die ons helpt om de waarheid te kennen en te begrijpen, zowel op menselijk als op goddelijk niveau. Het stelt ons in staat om de waarheid te kennen en te begrijpen, zowel op menselijk als op goddelijk niveau. Het stelt ons in staat om goede keuzes te maken, de juiste prioriteiten te stellen en Gods wil te volgen in ons leven (CKK 1839). Door wijsheid kunnen we groeien in ons begrip van de wereld en onszelf, en kunnen we anderen begeleiden met zorg en inzicht.
5. Rechtvaardigheid:
Rechtvaardigheid is de deugd die ons aanspoort om eerlijk en eerlijk te handelen, zowel tegenover God als tegenover onze medemensen. Het betekent dat we iedereen gelijk behandelen, ongeacht hun achtergrond, en streven naar het bevorderen van het algemeen welzijn. Rechtvaardigheid helpt ons om een rechtvaardige samenleving op te bouwen waarin iedereen gelijke kansen heeft (CKK 1807).
6. Moed:
Moed is de deugd die ons in staat stelt om dapper te zijn en standvastig te blijven in het nastreven van het goede, zelfs in moeilijke omstandigheden. Het betekent niet alleen het overwinnen van fysieke angsten, maar ook het overwinnen van innerlijke angsten, zoals de angst voor afwijzing of het opkomen voor de waarheid. Moed stelt ons in staat om te groeien en te veranderen, en om te getuigen van ons geloof (CKK 1808).
7. Matigheid:
Matigheid is de deugd die ons helpt om onze verlangens en driften te beheersen. Het gaat om het vinden van de juiste balans in ons leven, zodat we niet overgeven aan excessen of verslavingen. Matigheid stelt ons in staat om te genieten van goede dingen zonder erdoor beheerst te worden, en om onze vrijheid te behouden (CKK 1809).
De 7 deugden bieden ons waardevolle levenslessen die ons kunnen helpen bij het ontwikkelen van een deugdzaam leven. Ze vormen een leidraad voor ons gedrag en helpen ons om te groeien in onze relatie met God en onze medemensen. Door het beoefenen van deze deugden kunnen we een positieve invloed hebben op onszelf en de wereld om ons heen.
Het is belangrijk om te benadrukken dat de deugden niet iets zijn wat we van nature bezitten, maar eerder eigenschappen die we moeten cultiveren en ontwikkelen. Dit vereist oefening, geduld en de bereidheid om te groeien. Gelukkig hebben we de Kerk als onze gids, die ons de nodige hulpmiddelen en sacramenten biedt om ons te ondersteunen in dit proces.
Door het beoefenen van geloof, hoop, liefde, wijsheid, rechtvaardigheid, moed en matigheid kunnen we een deugdzaam leven leiden dat in overeenstemming is met Gods wil en bijdraagt aan het welzijn van anderen. Deze deugden helpen ons om goede keuzes te maken, onze relaties te versterken en een positieve impact te hebben op de wereld om ons heen.
Lees meer over de 7 Deugden in de Catechismus:
– Catechismus van de Katholieke Kerk (CKK), paragrafen 1803-1845.
Door:
Juan Diego Escartín