“Ik heb Jezus verkocht voor dertig zilverstukken”
“Hij ging recht op Jezus af en zei: “Gegroet Rabbi”, en hij kuste Hem. Jezus sprak tot hem: “Vriend, zijt ge daarvoor hier?” (Mt 26, 49-50).
Ik schaam me heel erg om te schrijven waarom ik deed wat ik deed en waarom ik zo’n indrukwekkend geschenk afwees. Ik weet dat jij mij niet probeert te beoordelen en dat niemand weet wat er met mij is gebeurd. Alleen God weet het en natuurlijk ik ook. Logischerwijs ga ik je niet uitleggen hoe mijn verhaal afloopt, want God heeft het niet willen onthullen en Hij heeft daar Zijn redenen voor.
Ik heb onze Heer verraden…
Ja, ik kan je wel vertellen wat je gedeeltelijk al weet: dat ik de Meester heb verraden, dat ik Hem voor dertig smerige zilveren munten heb verkocht. Ik gaf niet echt om geld. Nou ja, ik gaf niet alleen om geld. Het was nog wel een factor in een beslissing, beetje bij beetje opgebouwd met behulp van vele open wonden.

Het zou voldoende zijn geweest om even met Jezus te praten.
Nu zie ik het duidelijk, maar toen was ik blind. Ik loog eerst over onzinnige dingen. Mijn wonderen moesten spectaculairder zijn dan die van alle anderen. Daarnaast moesten mijn toespraken de meest toegejuichte en opwindende zijn en mijn verhalen de meest ongelooflijke. Tegelijkertijd bleef ik kleine details voor Jezus verbergen, hoewel ik altijd voelde dat Hij het wist. Het punt is, Hij nam het mij niet kwalijk. Hij leek niet boos en dat verbaasde me. Hij behandelde me met hetzelfde vertrouwen. Ik zou zeggen dat hoe meer ik zonk, met des ter meer vertrouwen Hij mij behandelde. Ik heb over alles geklaagd, eerst van binnen en daarna van buiten. Ik was erg jaloers op anderen.
Ik begon bang te worden om alleen te zijn met Jezus. Hij probeerde het te laten gebeuren, maar ik rende altijd weg met een excuus. Ik zag alleen nadelen en obstakels bij alles wat Jezus zei. Het was allemaal erg bergop en ik was alleen. Hij probeerde me uit het gat te krijgen, maar ik glipte weg. Ik wist niet hoe ik het moest stoppen. Het zou genoeg zijn geweest om even met Jezus te praten, om Zijn stem te horen zeggen: “Wees niet bang, Judas!” Ik deed het niet en nu heb ik er oneindig veel spijt van.
…of Hij de taak aankon, of Hij zou slagen.
Ik verloor het grootste wat ik had, het beste geschenk, het enige waardevolle, een unieke missie, een gat speciaal voor mij in het hart van God. En allemaal uit angst, uit domme vrees, uit de angst niet te weten hoe de Heer te behagen. Of liever gezegd, door de onzekerheid van niet weten of Hij de taak aankon, of Hij zou slagen.
Ik durf niemand te vertellen hoe ze dingen moeten doen, maar ik durf je wel te vertellen hoe ik ze heb gedaan, zodat je niet in hetzelfde gat valt. Het is niet God die ons verwijt, die boos wordt en teleurgesteld in ons is. God is niet zo. Wij zijn het die de schaduw van onze ziel werpen op een armzalige karikatuur van Hem. Hij is gekomen om ons juist te redden van dat afschuwelijke leven van schuld en frustratie en van vernedering en wrok.
De gedachte sloop in mijn hoofd dat ik zo niet langer door kon gaan. Ik kon er niet tegen. Ik kon niemand meer zien glimlachen, zonder dat het mij er aan herinnerde hoe ellendig ik me voelde. Maria probeerde mij te benaderen en ze deed het met een elegantie die de deur opende om mij als winnaar terug te laten komen, maar ik wilde het niet. Ik was niet in staat om zoveel verraad in de handen van Jezus achter te laten. Ik wilde het op mijn eigen manier oplossen. Ik had het verpest, dus ik ging het repareren. Altijd hetzelfde verhaal. Altijd dezelfde bitterheid. Altijd ík en alleen ík.
Roepingsverhalen van de personages uit het Evangelie om te helpen bidden en mediteren over de Passie van onze Heer Jezus Christus. Arguments.
Als je deze post leuk vond, kun je het delen, want delen is evangeliseren!
[Sassy_Social_Share]
Als het materiaal niet werkt of spelfouten heeft, meld dit dan graag!